Poëzie is in.
Nee, niet de ellenlange, onbegrijpelijke gedichten verzameld in dichtbundels. Nee, poëzie is herontdekt op sociale media en aan het aantal VIND-IK-LEUK-DUIMPJES te zien worden de 'versjes' gretig gelezen. En ze zijn leuk èn ongecompliceerd.
Bijvoorbeeld deze van ene Janneke Knüppe:
Als alles kan
in je kop
is iedere dag
er een als vrijdag
heus
let maar op
Nee, niet het niveau van PC Hooft-prijswinnares Anneke Brassinga (waar ik voordat zij de prijs kreeg nooit van gehoord had, maar dit terzijde):
Hoe stiller ik sta hoe meer ik minder –
de ruimte valstrik, genade neemt met sprongen af
tot vonk van dwaallicht rond het bokkige:
redeloos onding ik.
Ik vind het mooie dichtregels, maar veel VIND-IK-LEUK-DUIMPJES zal ze niet krijgen.
Lang voordat er sociale media waren, schreef Jules Deelder al, zonder dat hij het wist, DUIMGEDICHTEN. Op een van de enorme olietanken in de Europoort staat deze:
alles blijft
alles gaat voorbij
alles blijft voorbij gaan
en gister las ik op een muur aan de snelweg:
Heelal
hoe verder men keek
hoe groter het leek
Of Jules tegenwoordig op facebook zit weet ik niet - misschien is ie wel facebookloos- maar van mij krijgt hij een VIND-IK-LEUK-DUIMPJE
Zelf schrijf ik weleens een Elfje, een versje van 11 woorden met als opbouw 1, 2, 3, 4,1. Ook een soort DUIMGEDICHT, ware het niet dat ik mijn Elfjes nooit op facebook zet. Moet ik misschien ook maar eens gaan doen, bijvoorbeeld deze:
kwakkelweer
natte sneeuw
weer geen elfstedentocht
na hagel komt zonneschijn
kwakkelwinter
Hoeveel VIND-IK-LEUK-DUIMPJES zou dit opleveren?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten