vrijdag 8 augustus 2014

Zomaar een Zomer-Zondag

Met dank aan wegwerkzaamheden - het is notabene bouwvak èn zondag -  zijn we een uur later dan afgesproken bij de (klein)kinderen. We gaan met zijn allen fietsen en picknicken, maar eerst koffie.  Kleindochter van bijna 11 maanden verkent op haar buik de tuin. En bij verkennen hoort kijken, pakken, voelen en proeven: modder, gras, blaadjes, bloempjes. Ook kleinzoon van 3 kijkt, pakt, voelt en proeft ……of er al rijpe bramen zijn en gul deelt hij uit. Ook aan zijn babyzusje, die ze met haar kleine garnaalvingertjes aanpakt, even bekijkt en dan in haar mond stopt. Haar snoet en roze meisjestruitje zitten al snel onder de zwarte en rode vlekken.
Kleinzoon heeft een nieuwe fiets met ‘trapondersteuning’ (van zijn mama’s fiets). “Kijk, de ketting zit hier in “ en hij laat me trots de kettingkast zien.
Opa en zoon (en kleindochter in het fietsstoeltje) fietsen voor, wij achter. Zij fietsen bij het stoplicht door groen en wij…..door rood! Kleinzoon die alles ziet, wijst ons hierop.
Tja!
Tijdens de fietstocht wordt er over van alles gesproken: de (peuter)dansles die niet doorging “te weinig kinderen, alleen Quin en ik “ en “Quin komt niet meer op de Bever (de opvang) ”. Op mijn vraag of Quin al 4 geworden is moet kleinzoon lang nadenken. Zijn moeder geeft het verlossende antwoord: Nee, Quin is nog geen 4, maar ‘haar’ moeder heeft geen werk meer, dus blijft ze voortaan thuis.
Kleinzoon heeft het vaak over Quin en laat ik nou altijd gedacht hebben dat Quin een jongen was.
Tja!
Na een poos komen we bij een kasteel. Een mooi plekje om te picknicken.
Alles wordt uitgestald op het speelkleed van kleindochter: brood, pindakaas, pasta, kaas, thee, koffie, sinaasappels.
Maar waar is het broodmes? Vergeten. Er zit niks anders op dan het brood te besmeren met een lepeltje! Alleen met de kaas lukt dat niet. “Zullen we bij het kasteel een mes gaan vragen?” stel ik voor. Daar heeft kleinzoon wel oren naar en hij is teleurgesteld als het een grapje blijkt te zijn. Onze schoondochter herinnert zich dat ze in haar jeugd als ze op kamp gingen weleens een bankpasje als mes gebruikten, waarop kleinzoon prompt een stukje kaas wil.
Terwijl de ‘grote’ mensen praten over belangrijke toekomstplannen lopen kleinzoon en ik naar de gracht die om het kasteel ligt en we fantaseren over ridders en zwaarden. Het pad is smal en er zitten diepe moddersporen in van  grote auto’s die natuurlijk van de ridders zijn. Ja, we leven wel anno 2014!
Op de terugweg gaat kleindochter in de fietskar en valt in slaap. Tenminste….dat denken we. Want als we een stop maken bij een ijskraam blijkt ze te hebben overgegeven en na een verschoning moet ze weer spugen, dit keer ‘gelukkig’ op opa’s broek.
Dat lucht wel op, want even later wil ze best een hapje ijs proeven.
In de bakjes ijs zitten ook kersen met pitten die we uitspugen in het gras. “Dan groeit er een nieuwe kersenboom en als je de pit inslikt groeit er één in je buik!” Voor alle zekerheid eet kleinzoon de kersen maar niet op, want stel je voor…..
Als we weer thuis zijn gaat hij ijskraampje spelen met zijn (AH)mini’s  en natuurlijk is hij de ijsboer!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten