EEN MOOIE LENTEDAG, zo mooi dat de buitendeur open staat.
De kleine jongen, 1 jaar en 1 maand oud, heeft sinds hij zich zelf kan voortbewegen (handen/1 knie, handen/voeten, achterwerk) de kamer en keuken uitgebreid ontdekt.
En dan is daar ineens de open deur en de wereld daar achter.
Bij de drempel aangekomen gaat de kleine jongen zitten, kijkt verbaasd naar buiten, hoort en ziet van alles.
Maar hij durft de grote stap (nog) niet aan.
's Middags op een terrasje aan het water (opa en oma hebben alle tijd en hij dus ook) komt er een nieuwsgierige gans aan gezwommen. De kleine jongen is minstens zo nieuwsgierig: een echt dier van zo dichtbij heeft hij nog nooit gezien en hij kijkt zijn ogen uit.
Aan het einde van de middag is het nog steeds warm en worden de tuinstoelen tevoorschijn gehaald. De kleine jongen ziet die bedrijvigheid vol belangstelling aan vanuit de deuropening (veilig achter de drempel).
Zijn vader komt thuis, gaat naast zijn opa zitten en de beide mannen raken in gesprek. Misschien denkt de kleine jongen: "ik ben ook een man, ik wil er ook bij zijn", en even later is het zo ver: hij gaat, enigszins aarzelend nog over de drempel naar buiten. Wat een ontdekking: de vloer buiten voelt anders, er liggen andere dingen, een hele nieuwe wereld gaat open voor de kleine jongen.
Wat een blijdschap.
Wie geniet er het meest: de kleine jongen, de vader, de opa?
Wat EEN MOOIE LENTEDAG!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten