donderdag 27 maart 2014

Wit

De zonsopkomst is als op een impressionistisch schilderij van een beroemde Franse meester of van mijn schoonzus: vage, aarzelende lichtgele strepen in de nevelige lucht. De zon lijkt zich af te vragen of ze deze dag wel de moeite waard gaat vinden om volop te stralen.
De zon aarzelt terwijl het vandaag een bijzondere dag is. Het is WITTE Donderdag. Niet de WITTE Donderdag die vooraf gaat aan Goede Vrijdag, maar de dag dat mijn schoonzus gecremeerd wordt. Straks zal de dominee een WITTE toga dragen, de kleur van de dood. Aan het einde van de dag is het lichaam van mijn schoonzus tot stof vergaan, zoals Couperus zo mooi zegt in Psyche (alles is, alles wordt, alles geschiedt, alles vergaat tot stof)
In onze tuin staat het pruimenboompje - ongekend vroeg voor de tijd van het jaar - uitbundig WIT te bloeien.
WIT… niet alleen de kleur van de dood, maar ook de kleur van een nieuw begin.
WITTE Donderdag.. wat een mooie dag voor de dood ( Blöf)

maandag 10 maart 2014

Sterren

Het was me het STERRENWEEKENDJE wel.
Het begon al vrijdagavond. Twee jonge cabaretiers speelden de STERREN van de hemel voor het handjevol mensen (waaronder wij) in een theaterzaaltje.
Op zaterdag zagen we in de STERRENWACHT door grote telescopen de kraters op de MAAN. We zagen PLANEET JUPITER omgeven door kleine STERRETJES, GROTE BEER, de DIERENRIEM en heel veel andere STERREN.
Zondagavond keken we naar de ZONSONDERGANG boven zee en zagen de MAAN en STERREN met het blote oog.
En alsof het nog niet genoeg was, stond ik vanochtend een uur vòòr zonsopkomst op om in het zuidoosten naar VENUS te kijken.
En dat allemaal aan het begin van de Boekenweek met als thema Reizen.
Wij maakten dit weekend een Nightflight to Venus.!
 

Geluk

Het fietspad naar de speeltuin loopt voor een groot deel langs de spoorbaan.
Met een beetje GELUK zien we misschien wel een trein. En ja hoor, daar zoeft een gele trein langs.
“Mijn Thomas-de-trein is rood” zegt kleinzoon van 3.
Even later nog een trein.
“Hebben wij even GELUK” zeg ik.
En als er nog een trein langs komt zegt kleinzoon “Wij hebben GELUK”.
“Ja” zeg ik “soms heb je GELUK in het leven”.
We fietsen nog steeds langs de spoorbaan en horen in de verte weer een trein, maar we zien ‘m niet.
“Nu hebben andere mensen GELUK…” constateert onze kleinzoon om er even later een beetje aarzelend aan toe te voegen “…in het leven”.
Ons GELUK kan niet op als we bij een spoorwegovergang moeten wachten voor de gesloten spoorbomen.
Later in de speeltuin hebben we minder GELUK. Het krioelt er van spelende (en huilende!) kinderen en het lievelings speeltuig van onze kleinzoon, de wipwap is bezet. We staan er een beetje beteuterd naar te kijken.
“ Je kunt niet altijd GELUK hebben” zeg ik.
Daar heeft kleinzoon geen commentaar op, maar zijn gezicht spreekt boekdelen.
En zijn kleine babyzusje? Die heeft nog geen weet van treinen en speeltuinen. Terwijl oma en kleinzoon geduldig op hun beurt staan te wachten bij de wipwap ligt zij lekker bij opa op schoot. Dat is pas echt GELUK!