De zon aarzelt terwijl het vandaag een bijzondere dag is.
Het is WITTE Donderdag. Niet de WITTE Donderdag die vooraf gaat aan Goede
Vrijdag, maar de dag dat mijn schoonzus gecremeerd wordt. Straks zal de dominee
een WITTE toga dragen, de kleur van
de dood. Aan het einde van de dag is het lichaam van mijn schoonzus tot stof vergaan, zoals Couperus zo mooi
zegt in Psyche (alles is, alles wordt,
alles geschiedt, alles vergaat tot stof)
In onze tuin staat het pruimenboompje - ongekend vroeg voor
de tijd van het jaar - uitbundig WIT
te bloeien.
WIT… niet alleen
de kleur van de dood, maar ook de kleur van een nieuw begin.
WITTE Donderdag..
wat een mooie dag voor de dood ( Blöf)