Als je Schiphol, Amsterdam en de Coentunnel hebt gehad wordt het landschap steeds weidser en leger: her en der verspreid wat kop-hals-rompboerderijen, Kinderdijkachtige molens keurig in het gelid en in de verte de onvermijdelijke windmolens.
Over nog meer windmolens ( en witwaspraktijken binnen het provinciebestuur, maar dit terzijde!) is in Noord Holland veel te doen.
Als we de Afsluitdijk oprijden denk ik aan de dichtregels van Vasalis:
er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden
Dit gespleten lange heden is 32 km lang, heet officieel A7 en tegenwoordig mag je er maar liefst met 130 km per uur overheen razen. Doen wij niet, wij hebben de tijd, het duurt nog uren voordat onze toekomst (de veerboot) afvaart.
De golven op het IJsselmeer zijn woest en doen denken aan de tijd dat het hier nog Zuiderzee was en menig visserboot met man en muis verging, zoals die 'ome' uit de Zuiderzeeballade ("Opa kijk ik vond op zolder...")
Onze veerboot zal (hopelijk!) niet vergaan, hooguit zullen we zeeziek worden wat ook niet leuk is, maar beter dan een zeemansgraf.
Het einde van de Afsluitdijk is altijd weer even een verrassing omdat je je dan zomaar ineens in Zwitserland bent, in Zurich(!) om precies te zijn.
Tja en eenmaal in Friesland, ben je zo in Harlingen en dan is het nog bijna twee uur varen en heb je je bestemming bereikt: TERSCHELLING.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten